Null – Null

Lang geleden, ik denk ergens begin 1973, bezocht ik als jong jochie met mijn ouders een radio-uitzending van KRO’s ‘Tussen twaalf en twee’. Midden op een maandagmiddag, live vanuit de studio in Hilversum. Vorige week kwam het hier in huis tijdens de koffie ineens ter sprake.
Het was een enorme belevenis daar in Hilversum, zo herinner ik me. Hans van Willigenburg als presentator, het grote KRO-huisorkest van Jo Budie, Kees Schilperoort die kwam opdraven voor z’n spelletje ‘Raden Maar’ – wie kent het nog? – en de nog vrij onbekende band Teach-In speelde er z’n eerste single Fly Away. Kort voor de uitzending zat de hele band aan het tafeltje achter ons in de KRO-kantine. Alleen dat al vond ik behoorlijk indrukwekkend.
Het mocht ook nog wat kosten toen, zo’n radioprogramma.

Maar bijna nog mooier dan die hele uitzending was dat we in de wandelgangen van de KRO-studio een wel heel bijzonder iemand tegen het lijf liepen: Frits van Turenhout. Een grote, imposante en wijze man. Hij zei maar zo ‘goedemorgen’ tegen ons. Ik vergeet het nooit.
Want dat was wat. Dé Frits van Turenhout. Na Joop den Uyl, Johan Cruijff en Jan Pelleboer in die dagen de belangrijkste man van het land. Iedere zondagmiddag om vijf uur, het kan ook half zes geweest zijn, bracht hij ons op de hoogte van het meest gewichtige nieuws van het weekend. De voetbaluitslagen.

Frits van Turenhout was zich ongetwijfeld zeer bewust van de enorme taak die op zijn schouders rustte, want in mijn herinnering was hij er altijd. Van Turenhout ging op zondag niet met zijn kinderen naar het strand of de dierentuin. En ook niet op bezoek bij zijn schoonmoeder. Nee, het landsbelang ging voor. En dus zat hij zondagmiddag in de studio, plechtig de uitslagen van het betaalde voetbal voor te lezen. Op televisie.
En wij zaten in spanning voor de buis. Want had je niet toevallig die middag de radio aan gehad, dan was er geen enkele andere manier om achter de uitslagen te komen, dan te wachten op de uitzending met Frits van Turenhout. Het is toch niet meer voor te stellen tegenwoordig.
Die uitzending was nog best een hele zit trouwens, want Van Turenhout las niet alleen de uitslagen van de eredivisie, maar ook die van de eerste én tweede divisie. En aansluitend deed hij bovendien nog de kruisjes van de Toto. We namen er nog net geen chips en cola bij.

Daar ging hij dan:
Ajax – Holland Sport 5-1
FC Amsterdam – Feyenoord 2-4
Telstar – Sparta 3-2
en dan kwam die:
PSV – FC Twente null – null

Want, 50plussers weten het nog wel, niemand die zo prachtig mooi ‘null – null’ kon uitspreken als Frits van Turenhout. Hoe meer null – null, hoe leuker de uitzending. Eigenlijk hoopten we met z’n allen altijd dat er nooit gescoord werd in de eredivisie. Dat alle wedstrijden in null – null eindigden. Maar ja, wie werd er dan kampioen? Had je dat weer.

En als Frits van Turenhout op de zondagmiddag rond vijf over vijf had gesproken, dan kwam er rust over het land. We waren blij, tevreden of diep teleurgesteld, maar we wisten allemaal waar we aan toe waren.
Niks geen drukte en – anoniem – geklaag en gescheld nadien op sociale media. Over die Van Turenhout die wel heel ongeloofwaardige uitslagen had voorgelezen. Die daar trouwens ook alleen maar voor z’n eigen belang zat. En eigenlijk maar een grote zakkenvuller en bedrieger was. Of boze blonde politici die op Twitter riepen dat die Van Turenhout knettergek was en dat het hoog tijd werd voor een referendum over de voetbaluitslagen. Het volk moest spreken, verkondigde hij, die ondertussen als een dictator over zijn eigen partij regeerde. Wat dan ook nogal gek was.

Nee, niets van dat alles op internet. Niemand had zelfs maar enig benul dat er ooit zoiets als ‘online’ zou bestaan. Wat Frits van Turenhout zei, dat was simpelweg waar. Zijn autoriteit was onkreukbaar. ’s Avonds om zeven uur konden we dat met eigen ogen controleren als we met het bord patat op schoot naar de samenvattingen op Studio Sport keken en PSV tegen Twente inderdaad in een saaie null – null zagen eindigen.

Hoe anders is het nu. We kunnen op onze telefoon de goals al bijna terugzien voordat ze gescoord zijn. Dat lukt op mijn telefoon dan weer niet zo best, daarvoor is die ondertussen alweer te traag en ouderwets. Maar ook ik zit constant op Teletekst te kijken hoe mijn club het doet, als ik er niet bij kan zijn. 
Alle actuele informatie bij de hand. We kunnen niet meer zonder. Anders zijn we niet meer van deze tijd. En worden we ongelukkig. Ik weet het niet.

Soms denk ik terug aan toen. Dat er een man van het statuur van Frits van Turenhout opstaat, die dan een schakelaar omzet waardoor dat complete internet een hele zondag lang niet werkt. Dat dan we weer vol spanning om vijf uur voor de televisie zitten, omdat we geen idee hebben van de uitslagen. Dat we ook weer vol opwinding een live-radiouitzending bijwonen, onze ogen uitkijken en geen enkele foto hebben gemaakt. De beelden staan gewoon voor altijd op ons netvlies. En dat we dan vervolgens flink gaan sparen voor de single van Teach-In.

Ik ga ‘m denk ik nog eens draaien. En daarna zoek ik, als Van Turenhout het internet weer heeft aangezet, op Spotify naar het onverminderd actuele Het Dorp van Wim Sonneveld. En misschien ook nog wel naar dat best fijne nummer van Peter Koelewijn:
Je wordt ouder Papa.

Verkering

Ze maken wat mee, die jonge drummers. Althans, Twan wel. Die kwam deze week vol opwinding binnenvallen bij de drumles.

‘Weet je wat er nou weer is gebeurd?’ 
Nee, dat wist ik niet. 
‘Iets heel raars’.
‘Wat dan?’
Nou, hij had de verkering uit.

‘Ai, da’s niet zo mooi’, reageerde ik en ging er eens rustig voor zitten. Hier moest iemand even zijn verhaal kwijt. Het leek allemaal trouwens niet heel enorm ernstig, want Twan lachte er nog wel bij. Maar zeker wist ik het niet. Wat hem vooral dwars zat, zo zei hij, was de manier waarop het was uitgegaan. Die beviel hem allerminst. En het was duidelijk niet zijn beslissing geweest.

Nu is Twan niet onervaren op het liefdesvlak, weet ik inmiddels. Hij heeft zeker al een keer of vijf verkering gehad. Of eigenlijk een keer of zes. Maar van die ene keer wist hij het zelf niet. Dat was een maand of wat geleden. Toen kwam hij ook vertellen dat hij de verkering uit had. ‘Maar ik wist niet eens dat het aan was”, lachte hij toen. Had hij drie weken verkering gehad, zonder dat ie het in de gaten had. ‘Da’s dan toch ook jammer, Twan?’ Heb je weer eens verkering en dan weet je het niet eens’, vroeg ik nog. Ach, hij vond het niet zo erg. Zo heel leuk vond hij het meisje waarmee hij verkering bleek te hebben gehad nou ook weer niet. En met 10 jongens en 21 meisjes in de klas, was er keus genoeg. “Voor de jongens dan”, verduidelijkte hij voor alle zekerheid. Ja, dat snapte ik wel.

Of ik dat ook wel eens had gehad? Verkering, terwijl ik het niet wist. ‘Volgens mij niet, Twan’, zei ik. ‘In ieder geval niet dat ik weet’, voegde ik er aan toe. Twan lachte weer. Hij begrijpt mijn grapjes. 
In de weken daarna informeerde ik tussen het drummen door nog wel eens of ie alweer een nieuwe verkering had. ‘Nee, nog niet’, zei hij dan. Op mijn vraag of hij dat wel heel zeker wist, verschenen dan altijd die big smile en pretoogjes.

Maar de laatste tijd had Twan dus weer wel verkering. Het ging goed blijkbaar, want hij hield het inmiddels een aardig tijdje vol. Tot deze week. Wat was er nou aan de hand? De beste vriendin van zijn verkering had hem aangesproken op het feit dat Twan vreemd was gegaan. Nou ja zeg! Hoe haalde ze het in haar hoofd?. ‘Wat denk je nou zelf wel?’, had Twan verontwaardigd gezegd. ‘Ik vreemd gaan? Dat zou ik nooit doen.”
Maar het kwaad was al geschied. Twan zijn verkering was boos en had nog diezelfde dag een ander. ‘En ze heeft mij niks meer gezegd. Ze heeft het niet eens écht uitgemaakt”, vertelde Twan verontwaardigd.

Hij was gekwetst. Tot in het diepst van zijn ziel. Dat kon ik wel begrijpen. Toch had hij haar leuk gevonden. En heel knap. ‘Ze was zelfs gevraagd door een modellenbureau”, zei Twan nog en hij keek me doordringend aan. Dat ik niet dacht dat hij maar wat zat te verzinnen. Oh nee, dat dacht ik helemaal niet. Ik begreep de ernst van de situatie juist nog beter. Had hij net een fotomodel aan de haak geslagen, maakte zij het uit omdat hij vreemd zou zijn gegaan. Wat helemaal niet waar was en waar ik Twan op zijn blauwe ogen volledig op vertrouwde. Ingewikkeld allemaal hoor.

We besloten om maar te gaan drummen. Het beste medicijn voor dit soort situaties. Een redelijk nieuw nummer. Stressed Out van Twenty One Pilots. Gezien de situatie misschien niet de juiste titel, maar wel een geinig liedje met vooral een lekkere groove, Twan speelde hem goed. Beter dan vorige keer. En toen het liedje af was, verschenen daar weer die brede lach en die pretoogjes. “Weet je Han”, zei hij ineens. “Ik ben eigenlijk blij ook dat het uit is. Ben ik tenminste weer lekker vrij en kan ik weer doen wat ik wil.’
Ik lachte ook. ‘Zo is het, Twan! Want hoe oud ben je ook alweer?’ 
‘Tien’, antwoordde hij. 
‘Precies’, zei ik.

(verteld met permissie van Twan)