Ierland

Net terug van een fijne gig met de Brothers op Texel. Tot half drie gespeeld gisteravond, daar in die mooie American Steak House in Den Burg. Heel diep in de nacht werd het dus. Maar ja, je bent niet iedere week op een Waddeneiland en het is niet altijd zomer in de herfst, dus samen met Petra vandaag, ondanks de korte nacht, een heel klein stukje eiland verkend en lekker langs het strand gelopen. Toch nog iets van Texel gezien én zeelucht gesnoven.
Dat was lekker! Meestal schiet dat sightseeing er bij in als je met de band op pad bent. Geen tijd voor. Helaas.

Ik moest ineens denken aan die ene keer in Ierland, ook overzee, maar dan iets verder. Een prachtig land, als ik alle plaatjes, 3OpReis, mijn vrouw en wie al niet meer moet geloven. Maar ik heb er niets van gezien. Ja, het stukje van het vliegveld van Cork naar het centrum van die stad. En de volgende dag datzelfde stukje weer terug. Het is niet echt blijven hangen.

Toch was het een gedenkwaardig tripje, dat ik precies elf jaar geleden, in oktober 2006, met Rob en Piet maakte naar Cork. Ik speelde destijds in twee bands: af en toe een tourtje met de Tony Spinner Band en volop met Rob Orlemans & Half Past Midnight. Rob is daarin al sinds jaar en dag Rob. En Piet en ik waren toendertijd Half Past Midnight. De band had net Libertyville, z’n vijfde album, uit en we speelden veel om die plaat te promoten. Vooral in Nederland, soms in België of Duitsland en op een goede dag vlogen we voor één gig naar Ierland. Zaterdag heen, zondag terug.

Dat is nog best een gedoe, één zo’n optreden overzee. Texel is al een aardige reis. Laat staan Ierland.
Zaterdag ’s ochtends al voor dag en dauw, in het pikkedonker, in de auto naar bandstandplaats Tiel, van waaruit we gezamenlijk naar Schiphol vertrokken. Daar verliep het allemaal soepeltjes. We parkeerden, checkten in, dronken koffie, vonden de goeie gate en vervolgens onze plek helemaal voorin het vliegtuig. Met z’n drieën op een rij. Rob aan het gangpad. Half Past Midnight ernaast. Drie stoelen voor de hele band.

Maar op een goed moment – we stonden nog aan de grond – rook Rob een vreemde lucht. Gas ofzo.
‘Ruiken jullie het ook?’. Rob keek er niet echt relaxed bij.
En verdomd, Piet en ik roken het ook. Het was er echt! Zo leek althans. Of het dan komt omdat je ’s ochtends om half vijf al bent opgestaan of omdat je er zenuwachtig van wordt, maar ik herinner me dat ik er zo’n beetje de slappe lach van kreeg. Zeker ook toen een door ons gealarmeerde stewardes het ook leek te ruiken maar vervolgens net iets te nonchalant deed alsof er niets aan de hand was.
‘Pas op, Rob. Dadelijk gaat je hele Half Past Midnight echt de lucht in’, zei ik nog.
We lagen in een deuk.

We gingen kort daarna inderdaad de lucht in, maar de grote knal bleef uit. De gaslucht was ineens verdwenen en vervolgens ook vergeten. En een uurtje of twee later landden we keurig op Cork Airport. Het was intussen rond de middag, het weer in Cork was redelijk en de eigenaar van de Beale Street Bluesbar, waar we die avond gingen spelen, stond ons netjes op te wachten. Even bijkomen en vervolgens een rondje door de stad gemaakt. Daar hadden we nog net even tijd voor.

Gelukkig maar, want Cork is de stad waar de geest van ons aller bluesheld Rory Gallagher rondwaart. Zo lag Beale Street pal naast ‘Taste! – The Rory Gallagher café’. Die kroeg was genoemd naar Gallagher’s bluesrocktrio dat in de sixties zijn thuisbasis had in Cork. Naar verluidt kwamen de voormalig Taste-leden er nog regelmatig een pintje drinken. Ook liepen we langs de Cork City Hall, waar Gallagher in januari 1974 een deel van zijn legendarische live-album Irish Tour ’74 opnam. En we gingen in het drukke stadscentrum op zoek naar het Rory Gallagher-plein, dat we na enige omzwervingen vonden. Mooi was dat.

Inspiratie genoeg voor een goeie gig, kortom. En dat werd het ook. Groot was het niet, de bovenverdieping van het Beale Street Bluescafé. Het viel eerlijk gezegd nogal tegen. Maar hé, sfeervol wel, warm ook en met zo’n 150 stevig drinkende Ieren helemaal volgepakt.
Het was heel even wennen op die blauwe PDP-drumkit. Maar na een vette versie van de destijds standaard opener Going Down en het navolgende nummer, waarvan ik geen idee meer heb welke dat was, ging het best en speelden we ons twee lange sets en een paar flinke toegiften lang in het zweet.
Het Ierse publiek vond het mooi. Het werd langzaam diep in de nacht. Maar als de vibe goed is, dan voel je niet meer dat je een etmaal eerder ook al diep in de nacht was opgestaan. Sterker nog, de Ierse pints smaakten nadien best.

En zo werd het nog dieper in de nacht toen we ons bed vonden in een motel even buiten de stad. Een niet al te duur ding, want er was geen ontbijt. Maar daar was de organisatie op voorbereid. We hadden budget voor een taxi en ontbijt meegekregen. En zo liepen we zondagochtend met een niet al te fris hoofd – ik althans niet – alweer door Cork, waar het mooie weer verdwenen was. Grijs, regenachtig was het. We vonden gelukkig al snel een leuke gelegenheid voor een stevige breakfast en een goeie kop koffie. Daar knap je dan wel weer van op.

Een taxi bracht ons vervolgens terug naar Cork Airport, alwaar Rob in de rij voor de incheckbalie zoals gewoonlijk al vlot met een onze mede-passagiers aan de praat kwam en vertelde over onze gig bij Beale Street van gisteren en over eerdere Half Past Midnight-tours in Amerika van veel langer geleden. Van voor mijn tijd helaas.
En of het nou het tekort aan slaap was of de sterke Ierse koffie van even daarvoor, we hebben weer enorm gelachen, daar in die rij op Cork Airport. Een vliegveld waar overigens ooit voor is gelobbyd om het om te dopen in Rory Gallagher Airport. Hetgeen mij een mooi eerbetoon aan die legendarische Ierse bluesrocker zou lijken.

Een soort van legendarisch was ons bliksembezoekje aan Cork en Ierland ook. Eén van de goeie herinneringen aan mijn tijd met Rob Orlemans & Half Past Midnight.
Graag zou ik nog eens teruggaan naar Ierland. Om te spelen? Ja ook! Maar vooral om nu eens met eigen ogen te zien hoe prachtig dat land werkelijk is. Dat zou er eigenlijk eens minder bij in moeten schieten.